Angst is onze afgod
Ons leven wordt in allerlei opzichten geregeerd door angst. Daar komen we nu meer dan ooit achter, zegt Bram Esser. Corona is de werkelijkheid die ons wakker schudt en dingen onder een vergrootglas legt. Maar wat doen we met dat besef?

Bij de Albert Heijn hebben ze de winkelkarretjes uit hun kooien gehaald en langs de stoep gefileparkeerd. Een karretje meenemen is verplicht. Niet alleen om voldoende afstand te houden, ook zodat medewerkers kunnen bijhouden hoeveel mensen er binnen zijn. Bij 200 man (het is een bijzonder grote Albert Heijn) gaat de winkel dicht. Er is ook een nieuwe routing. Alles om elkaar maar niet tegen het lijf te lopen.
De omroepstem in de winkel zegt hartverwarmende dingen: ‘Het zijn verwarrende tijden, laten we dus een beetje op elkaar letten en houd anderhalve meter afstand.’ Door een AH-medewerker met een fluorescerend hesje word ik streng toegesproken dat ik mijn kind bij me moet houden.
Corona is de werkelijkheid die ons is komen wakker schudden. De boodschap is: you are not in control. We proberen het virus uit alle macht te beheersen, maar dat kan helemaal niet. Het virus gaat gewoon z’n gang. Er zullen ondanks de maatregelen duizenden mensen doodgaan.
Als we niks deden gingen er ongetwijfeld nog meer mensen dood, maar we onderschatten wellicht de gevolgen die de quarantaine heeft voor kinderen in onveilige thuissituaties. School is voor een kleine groep kinderen de enige manier om nog lucht te krijgen in een verstikkende gezinssituatie met gewelddadige ouders. Zij kunnen in deze periode een extra zware klap te verduren krijgen. Het is dus wel degelijk reëel om de vraag te stellen of het medicijn niet erger is dan de kwaal. Want waarom zou het individuele coronageval voorrang krijgen op de psychische gezondheid van deze kwetsbare groep?
Stiekem naar buiten
De reactie op corona is natuurlijk niet alleen maar wetenschappelijk – hoezeer de politiek ook benadrukt dat ze het RIVM volgen. Het is bij uitstek een cultureel bepaalde reactie, of liever gezegd; wetenschap is uiteindelijk ook cultuur. Niet voor niets hebben wij een 'intelligente lockdown', en is er in Frankrijk een volledige lockdown.
In Zweden doen ze het weer helemaal anders. Ook daar hebben de wetenschappers het voor het zeggen. Zweden neemt nauwelijks quarantainemaatregelen en er is geen lockdown. De overheid adviseert mensen wel afstand te houden. Dat ze niet meer doen dan dat heeft volgens staatsepidemioloog Anders Tegnell te maken met het feit dat mensen er bij een echte lockdown toch alles aan zullen doen om de regels te ontduiken.
Of de Zweedse aanpak gaat werken, valt nog te bezien. Tegnell heeft natuurlijk wel gelijk: als je mensen als kinderen behandelt, mag je ook kinderlijk gedrag verwachten. In Lombardije, waar een totale lockdown is, bleek onlangs dat 40 procent van de mensen niet thuis was. Ze waren ongetwijfeld buiten aan het spelen.

Foto: Peter de Kan
Experiment
We bevinden ons momenteel in een interessant experiment. Allerlei maatschappelijke elementen liggen meer dan anders onder een vergrootglas. De scholen zijn dicht, maar hoe ziet dat onderwijs er eigenlijk uit? Een goede vraag, en veel ouders worden op hun wenken bediend: ze mogen het zelf gaan geven. Zo krijgen ze een kijkje in de keuken.
‘Het is absoluut niet relaxed, ik kreeg meteen al ellenlange mails met instructies over wat ik moest doen en hoe ik het moest doen’, zei een vriend die kinderen op de basisschool heeft. Hij vroeg zich af waarom er in die eerste week van de corona-uitbraak niet wat rustiger aangedaan werd. Het leek wel alsof de school koste wat kost wilde voorkomen dat het virus hun onderwijsprogramma in de war zou brengen.
Onze behoefte aan beheersing en controle komt met de uitbraak van het virus in verhevigde mate naar de oppervlakte
We komen er met z’n allen steeds meer achter dat kinderen worden onderwezen om hun proefwerken en examens te halen, maar niet leren hoe ze hun eigen creativiteit kunnen inzetten om tot nieuwe dingen te komen. Creativiteit is namelijk heel moeilijk te meten. Het is die behoefte aan beheersing en aan controle die we doorheen de hele samenleving zien, en die nu met de uitbraak van het virus in verhevigde mate naar de oppervlakte komt.
Regeltjesland
Fietshelmpjes zijn hier nog niet verplicht, zoals op veel plekken in de VS wel het geval is, maar dat gaat allicht nog komen. Ik ben er door bezorgde burgers al eens op aangesproken dat mijn vierjarige geen helmpje draagt als hij naar school fietst. Ouders doen zelfs kinderen in kinderzitjes een helm op. Of ze kiezen ervoor om hun kinderen helemaal niet te laten fietsen en brengen ze met de auto naar school (met het irrationele idee dat dit veiliger zou zijn). Ook schijnen in Nederland veel ouders hun kinderen pas buiten te laten spelen vanaf hun achtste.
In Nederland moet je bij een optocht waar kinderen met lampionnen op batterijen lopen verplicht een brandblusser meenemen. En moet bij ieder lullig buurtfestivalletje het plein getest worden op draagkracht.
We zijn een regeltjesland op het ongezonde af. Al die regels hebben we voor een belangrijk deel ook al geïnternaliseerd. Maar zou een samenleving niet uit meer moeten bestaan dan risicobeheersing? Er zijn andere waarden die je kunt benadrukken. Waarden als dapperheid, oordeelsvermogen en verantwoordelijkheid nemen voor je daden, ook als die niet opzettelijk waren. Ze zijn nagenoeg afwezig in de moderne samenleving.
De angst voor onveiligheid
Wie zijn handelen uitsluitend baseert op risicobeperking wordt vanzelf bang. We zijn bang dat er tussen de stroom vluchtelingen uit Syrië misschien wel zelfmoordterroristen zitten, we zijn bang voor inbraak in onze huizen en onveiligheid op straat. En in plaats van meer onze eigen verantwoordelijkheid te nemen, eisen we meer blauw op straat.
Overigens schijnt niks zo goed tegen inbraak te helpen als de uitbraak van een virus.
We hebben de war on drugs gehad, de war on terrorism en nu komt de war on corona eraan. Nine eleven heeft de Amerikaanse overheid verregaande bevoegdheden opgeleverd die het nooit meer heeft afgestaan.
In China worden besmette mensen in het publiek domein gevolgd via hun mobiele telefoons. Jeroen Visser scheef deze week in de Volkskrant dat het succes van de bestrijding van het virus in Zuid-Korea verregaande gevolgen heeft voor de privacy. Het ministerie van infrastructuur aldaar heeft een digitale omgeving gecreëerd waarin politie, het Zuid-Koreaanse RIVM en telecomdiensten nauw samenwerken. Privacy is bij een pandemie van onderschikt belang.
De gegevens van besmette mensen worden online gepubliceerd. Zo kunnen burgers hun eigen research doen om te achterhalen of er in hun buurt besmettingshaarden zijn. Het leidt tot stigmatisering van patiënten, schrijft Visser. Vooral op sociale media worden mensen met naam en toenaam aan de schandpaal genageld.
100 procent veiligheid is een illusie, maar we richten de samenleving wel steeds meer in met dat doel voor ogen
Denk je dat die maatregelen en apps als sneeuw voor de zon zullen verdwijnen als het virus onder controle is? Natuurlijk niet. Als de doos van Pandora eenmaal geopend is, zal hij nooit meer dicht kunnen. Ook in Europa worden massabewegingen van coronapatiënten in kaart gebracht met behulp van telecombedrijven.
Dat je als burger in Zuid-Korea kunt zien dat er coronapatiënten in de buurt wonen, is misschien handig. Maar het is wachten op een app waarop je kunt zien of er potentiële moslimterroristen in de buurt zijn. Ook handig, misschien, maar je krijgt er wel een paranoïde samenleving van.
We verlangen naar 100 procent veiligheid, maar dat is en blijft een illusie. Ondertussen richten we de samenleving wel steeds meer in met dat doel voor ogen en volgens die principes.

Foto: Peter de Kan
Eer
Tamler Sommers schrijft in Why Honor Matters, zijn studie naar het belang van het principe van eer in de samenleving: ‘The massive increase in helmet-wearing regulations, standards, and norms are indicative of ever-increasing risk aversion in society, a phenomenon with devastating moral and practical consequences.’ Het is voor Sommers een kleine stap van een fietshelmpje naar de irrationele angst voor terrorisme in het Westen (de meeste dodelijke terroristische aanslagen vinden overigens plaats in het Midden-Oosten) en het daarom weigeren van vluchtelingen. In beide gevallen regeert de angst.
Sommers houdt een pleidooi voor de rehabilitatie van eer in onze moderne samenleving. Daarbij hoopt hij de positieve aspecten van eer te kunnen bewaren, terwijl de meer negatieve aspecten achterwege blijven.
Eer is een sociaal gegeven, het gaat niet over individuen maar over de groep. Individuele risicoberekening doet dan niet meer ter zake. Het enige waar iemand uit zo’n cultuur naar hoeft te luisteren is de erecode die in zijn groep gebruikelijk is.
Sommers geeft een treffend voorbeeld. De Pashtun zijn de grootste bevolkingsgroep van Afghanistan. Naast de Islam handhaven ze een nog veel oudere set aan waarden. Gastvrijheid richting vreemdelingen is een van de belangrijkste. Toen Navy SEAL Marcus Luttrell als enige overlever van zijn eenheid gewond en met een gebroken rug gevonden werd door een Afghaanse dorpeling, nam deze hem zonder te aarzelen in zijn huis. Als de Taliban dit had ontdekt was het zijn dood geweest en waarschijnlijk ook die van zijn gezin.
Iets van die doodsverachting zou ons in het westen niet misstaan. Zeker in tijden van corona zou een meer gelaten houding ten opzichte van de dood ons goed doen. Ook de mens maakt deel uit van een kringloop.
Groepsgevoel
Ik hoop dat we de crisis gaan beschouwen als een correctie op onze levensstijl. Dat we onze houding naar de wereld zullen veranderen. Dat we verantwoordelijkheid zullen nemen voor de levende wereld waar we deel van uit maken, maar ook voor het leefklimaat van onze maatschappij. In de uitzending van Tegenlicht van afgelopen weekend kwam het ook al naar voren: er staat ons veel te doen.
Met name in het onderwijs, waar onze kinderen besmet worden met onze blik en onze kijkwijze op de wereld, is verandering vereist. Kinderen hebben alle eigenschappen al om zich tot succesvolle volwassenen te ontwikkelen: ze zijn nieuwsgierig, speels, sociaal en hebben een aangeboren behoefte hun eigen boontjes te leren doppen. In de schoolbanken, waar ze als aardappels in rijen naast elkaar worden geplant en met kunstmest worden grootgebracht, worden al die mooie aangeboren eigenschappen afgeleerd.
Niks organisch spelen en leren – stilzitten en luisteren. Hier begint ook al dat individualisme, dat idee van het eigenbelang. Het individuele leventje is van het grootste belang. Haal je proefwerkjes en je wordt een topper. Terwijl juist in het spel de belangrijkste sociale eigenschappen worden geleerd om in een groep te kunnen functioneren.
In deze crisis is het idee dat we als groep kunnen en willen functioneren meer dan ooit heel helder naar voren gekomen. We er snakken er haast naar iets voor de ander te kunnen doen. Hopelijk weten we dat gevoel, als dit alles voorbij is, vast te houden.