De stedenbouwer als heelmeester – én als regisseur van meer geluk
Afgelopen zomer stond tijdens de Summer School die de RUG binnen het net opgerichte Expertise Centre Architecture, Urbanism & Health organiseerde een interessante vraag centraal: kan met ruimtelijke strategieën gezond(er) gedrag worden bevorderd? De naoorlogse stempelwijk Paddepoel diende daarbij als case. Met een mooie reeks lezingen, gesprekken met experts, bus-, fiets- en wandelexcursies én de nodige vakliteratuur gingen we aan de slag.
Andere wijkinrichting, ander gedrag?
In juni 2019 verscheen een themanummer van Noorderbreedte dat de titel ‘Stedenbouwer als heelmeester’ droeg. In het magazine werd volop aandacht besteed aan de stedenbouwkundige middelen waarmee de (volks)gezondheid beïnvloed kan worden. Met het oog op de stijgende ziektekosten verbaast het niet dat hiervoor de laatste tijd steeds meer aandacht is.
Toch gaat het bij deze kwestie niet alleen om geld. Het is ook een ethische vraag; de mate van beschaving van een samenleving is onder andere afleesbaar aan de manier waarop ze omgaat met haar kwetsbare of zwakkere leden. Hoe vriendelijk is de gebouwde omgeving voor hen? Is onze openbare ruimte zo ingericht dat we er met z’n allen graag en makkelijk in bewegen, juist ook zonder auto of fiets?
Dat stedenbouw en volksgezondheid direct met elkaar in verbinding staan is niets nieuws. Waar het in de negentiende en twintigste eeuw nog om besmettingsziektes ging, zit de gezondheidsbedreiging tegenwoordig vooral in ons gedrag: te weinig beweging, ongezond eten en te veel stress. Kan een stedenbouwer door middel van een (andere) wijkinrichting gezond gedrag stimuleren?
STEMPELWIJKEN
Een aanzienlijk deel van de Nederlandse woningvoorraad staat in naoorlogse stempelwijken. De noodzakelijke aanpassingen ten behoeve van de energietransitie en een wijkvernieuwingsopgave maken het aannemelijk dat de openbare ruimte van deze wijken op korte termijn onder handen wordt genomen. Het koppelen van deze toch al geplande ingreep en een strategie voor gezonder gedrag ligt voor de hand.
Stempelwijken worden gekenmerkt door een mix van grondgebonden en gestapelde woningen die in hun basisopzet 'doorgestempeld' werden. Deze monofunctionele stempels waren de ruimtelijke vertaling van een maakbare samenleving met een enorm vertrouwen in de vooruitgang. Omdat het autoverkeer een belangrijk onderdeel van deze vooruitgang was, zijn de woningen in stempelwijken goed bereikbaar met de auto. Vanaf de ringweg kom je op de doorgaande wegen die de wijk ontsluiten en rijd je zo de woonstraat in tot aan je voordeur. Je parkeert direct voor de deur, of anders in een van de parkeergarages in de kern van de stempel.
Het koppelen van de wijkvernieuwingsopgave en een strategie voor gezonder gedrag ligt voor de hand
Inherent aan de stempel is de herhaling van precies dezelfde configuratie van woningen. Hierdoor ontstaan aanzienlijke 'restruimtes', niet alleen aan de randen maar soms ook tussen de stempels. Deze restruimtes zijn ingevuld met groen en voorzieningen. Het zijn bij uitstek de plekken van licht, lucht en ruimte in een stempelwijk.
Maakt dit Paddepoel, onze voorbeeldwijk, daarmee een gezonde wijk om in te wonen? Bewegen de wijkbewoners door al dat groen meer en zijn ze minder gestresst dan bewoners van andere wijken? Het antwoord hierop is helaas 'nee'. De levensverwachting in Paddepoel is niet hoger, en ligt zelfs twee jaar onder het Nederlandse gemiddelde.
RUIMTELIJKE ASPECTEN EN GEDRAG
Zijn er ruimtelijke aspecten die invloed zouden kunnen hebben op de levensverwachting in Paddepoel? Een verkenning brengt ons bij de belangrijkste plek binnen de wijk: het winkelcentrum. Wijkbewoners komen er voor hun dagelijkse boodschappen en kunnen er droog en warm de laatste roddels uitwisselen.
Het feit dat het winkelcentrum een beruchte hangplek voor oudere wijkbewoners is, geeft duidelijk aan dat de aanwezigheid van deze ontmoetingsplek voor hen van groot belang is. Vanzelfsprekend zijn er meer ontmoetingsplekken in de buurt; er is een gloednieuw buurtcentrum en een vensterschool en er zijn verschillende andere voorzieningen aanwezig.
Maar hoe verplaatsen mensen zich binnen Paddepoel? Een gezonde bewoner loopt in een kwartier van de rand naar het centrum van de wijk. Omdat de wijk rondom de auto is ontworpen, zijn de voetpaden vooral een consequentie daarvan. Ze zijn niet aangelegd vanuit het oogpunt van goede beloopbaarheid. De afstand naar het winkelcentrum wordt door velen als te groot ervaren, waardoor wijkbewoners snel in de auto stappen.
Wie veel met de auto gaat, beweegt minder en heeft minder sociale contacten. Een spontaan praatje met de overbuurman maak je niet vanachter het stuur. Dit gedrag is een direct gevolg van de ruimtelijke opzet van Paddepoel.
LOPEN ALS AANTREKKELIJK ALTERNATIEF
Kun je ervoor zorgen dat bewoners van zo'n 'autowijk' de auto wat vaker laten staan? Goede beloopbaarheid van de directe woonomgeving (tot aan de supermarkt, de bushalte of het zwembad) is hierbij één van de tot nu toe onbenutte kansen.
En de fiets dan? Is het niet voldoende als mensen in plaats van met de auto fietsend de wijk door gaan?
Nederland is een fietsland en Groningen een van dé fietssteden. Toch betekent dit niet dat het voor iedereen praktisch is om de fiets boven de auto te verkiezen. Want wat nou als je niet fit genoeg bent om te fietsen of zelfs een rollator nodig hebt? Of als er een kinderwagen mee moet?
Daarbij komt dat fietsen lang niet alle voordelen van lopen met zich meebrengt. Er is minder lichaamsbeweging nodig om te fietsen en het is fietsend net wat moeilijker om spontaan een praatje te maken. Verder moet je natuurlijk je fiets uiteindelijk altijd ergens kunnen parkeren.
Lopen zou een aantrekkelijk alternatief voor fietsen en het openbaar vervoer moeten zijn. Om mensen te verleiden vaker een wandeling te maken heeft de op autogebruik georiënteerde wijk een aantal elementen nodig die nu nog ontbreken. Het belangrijkste? Een goed trottoir, waarop je veilig en plezierig kunt wandelen.
Daarnaast hebben mensen een aanleiding nodig om het huis uit te gaan. Dat kan het winkelcentrum zijn, maar ook een mooie plek met een bankje aan het water. Verder wordt de keuze om te gaan lopen makkelijker gemaakt als er de mogelijkheid is om tussentijds even uit te rusten.
BEWEGEN ZONDER ERBIJ STIL TE STAAN
Een andere reden om de deur uit te gaan zou de aanwezigheid van meer speelgelegenheden zijn. Niet alleen voor kinderen, maar juist ook voor volwassenen. Spelen is een activiteit waarbij je (letterlijk) beweegt zonder erbij stil te staan. Als je je tijdens dat spel kunt ontspannen, word je daardoor waarschijnlijk ook een beetje gelukkiger.
Spelen biedt een mooie kans voor het leggen en onderhouden van sociale contacten. Zowel het spelen zelf als die sociale contacten hebben invloed op hoe gelukkig we zijn.
Kunnen we met de inrichting van de openbare ruimte ook een bijdrage aan meer geluk leveren?
Zijn gelukkige mensen gezonder? Onderzoekers hebben de laatste tijd steeds meer aandacht voor dit mogelijke verband. Dat een gelukkig persoon minder lichamelijke klachten heeft, en dat lichamelijke klachten door de stimulans van positieve gevoelens zelfs kunnen afnemen, zijn prachtige uitkomsten van deze onderzoeken.
Kunnen we met de inrichting van de openbare ruimte ook een bijdrage aan meer geluk leveren? Kan een wijk die ooit is ontworpen met het oog op vooruitgang en technische innovatie zo worden aangepast dat er ruimte ontstaat voor spel en voor geluk?
PLAYFUL PADDEPOEL
Tijdens de Summer School ontwikkelden we in korte tijd een conceptstrategie voor een gezondere stempelwijk. Hoe die eruitziet? Neem in het volgende (herstructurerings)project een klein beetje van het budget en de ruimte die voor de auto (en het parkeren daarvan) zijn bestemd en stel dit ter beschikking aan de bewoners. Daag ze uit om een actieve rol te spelen in het aanpassen van hun openbare ruimte.
Wellicht kan het doorvoeren van deze werkwijze zelfs spelenderwijs, in concurrentie met de naburige stempel: Paddepoly i.p.v. monopoly. Het doel is om de openbare ruimte zó in te richten dat er nieuwe bestemmingen (plekken voor spel en ontmoeting) komen en er activiteiten kunnen plaatsvinden waar bewoners blij van worden.
Verbind vervolgens deze bestemmingen door middel van een route die veilig en plezierig te lopen (met of zonder rollator) of te skaten is. Hoe de route moet lopen en welke plekken eraan gekoppeld worden, wordt samen met de bewoners bepaald. Laten we ze uitnodigen om er samen met de belanghebbenden achter te komen waar de energie en de kansen in de desbetreffende stempel zitten.
Op deze manier kan spelenderwijs een deel van de wijk opnieuw worden ontworpen en gevisualiseerd, en kunnen weloverwogen keuzes worden gemaakt. De kans is groot dat stempels die worden getransformeerd met de intentie een omgeving te maken die ons echt gelukkig maakt, ook op andere plekken inspirerend voor de inrichting van de openbare ruimte zullen zijn.
Let's play!