Broedplaats

De Biotoop: toekomstscenario's – en de waarde van nu

Van tijdelijkheid naar permanente kwaliteit

Tekst:
Beeld:
Leestijd: .

De gemeente Groningen kocht de Biotoop, het voormalig Biologisch Centrum van de RUG, onlangs van de universiteit. De toekomst van het complex waar nu gewoond en gewerkt wordt, ligt open. Welk scenario doet recht aan de veelzijdige waarde die deze plek vertegenwoordigt?

Ik moet een jaar of negen zijn geweest toen ik voor het eerst ging demonstreren. Samen met mijn zusje had ik een laken van de waslijn gehaald en daarop zo groot mogelijk ‘De Silo moet blijven!’ geschreven. We bonden het aan een bezem en een hark, zochten een vriendin op en liepen door de straten van de Oosterpoort richting de Graansilo, verderop aan het Winschoterdiep. Met z’n drieën scandeerden we de tekst die op het spandoek stond.

De Graansilo was een paar jaar eerder gekraakt en bleef daarmee behouden voor ‘de kop van de Oosterpoort’, zoals we toen het deel rond het kruispunt van de Griffeweg en de Meeuwerderweg noemden. Toch dreigde op een gegeven moment sloop, er lagen plannen voor een woontoren. Onze driemansactie zal niet de doorslaggevende factor geweest zijn, maar de gemeente koos er uiteindelijk toch voor om de historische graanopslag te behouden.

Laatst hoorde ik mezelf ongeveer hetzelfde zinnetje opnieuw scanderen, met een kleine aanpassing: de Biotoop moet blijven!

Met Jobbe Holtes, Biotoop-bewoner van het eerste uur, en Sijas de Groot, die in 2020 zijn intrek nam in het voormalig Biologisch Centrum van de RUG, besprak ik onlangs hoe je de waarde van zo’n bijzondere plek zichtbaar kunt maken. De aanleiding voor ons gesprek was de recente wisseling van eigenaar: de universiteit verkocht in januari 2023 de Biotoop aan de gemeente Groningen.

Welke waarde heeft de Biotoop voor zijn nieuwe eigenaar? En wat betekent dit voor de toekomst van het complex? Toen we het gesprek afrondden, vroegen we aan elkaar wat eigenlijk onze eigen motivatie was om die waarde zichtbaar te willen maken. ‘Ik vind dat de Biotoop moet blijven!’, zei ik boven mijn latte.

Het klinkt wat kinderlijk, dat ‘moet blijven’. Waarom moet de Biotoop blijven? En welke invulling zou zo’n prachtige plek kunnen krijgen?

Bij ons protest voor het behoud van de Graansilo dachten we niet zover. Het pand bleef behouden, maar bij de invulling werd geen link naar het verleden, het gebouw of zijn omgeving gelegd. Er kwam een reclamebureau in. En dat terwijl de waarde van een plek ‘m juist zit in het verleden, in het gebouw en in zijn omgeving. 

Nieuw gezamenlijk onderkomen

De geschiedenis van de Biotoop begint in 1917, als de RUG een stuk land in Haren koopt met de bedoeling om de gehele afdeling biologie onder één dak te huisvesten. Daarnaast groeit op dat moment de Hortus Botanicus, de botanische tuin van de universiteit aan de Grote Rozenstraat, uit zijn voegen. In Haren moeten mensen, dieren en planten hun plek vinden.

In de jaren twintig van de vorige eeuw begint de RUG met de aanleg van de nieuwe Hortus, gevolgd door de bouw van het Zoölogisch Laboratorium. De tuin en het laboratorium vormen nog niet het gedroomde grote gezamenlijke onderkomen, dat volgt pas in de jaren zestig. Architect Aar Grasman, werkend voor het bureau van Rein Fledderus, ontwerpt hiervoor het markante Biologisch Centrum.

Als de RUG in 1949 Luuk Tinbergen als lector aanstelt, staat het brutalistische gebouw in Haren er nog niet. Ook de Kerklaan, waaraan het nieuwe biologische centrum verrijst, is nog onverhard.

Doet de naam Tinbergen een belletje rinkelen? Zijn 12 jaar oudere broer Jan won in 1969 de Nobelprijs voor Economie, en zijn 8 jaar oudere broer Niko in 1973 de Nobelprijs voor Ethologie. Nakomer Luuk had er waarschijnlijk ook een gewonnen als hij niet, veel te jong, in 1955 stierf.

De lange gang die de laboratoria en collegezalen verbindt, doet denken aan de stam van een boom, met betonnen takken waar onderzoek gedaan en lesgegeven werd

Tinbergen was een bekend bioloog waar mensen met bewondering naar keken. Ik stel me voor hoe hij vanuit Groningen op de fiets over de onverharde Kerklaan naar Haren fietste, voorbij de Hortus en dan naar rechts, om af te stappen bij het Zoölogisch Laboratorium en zich te verdiepen in de wereld der dieren.

Gebouw als een boom

Misschien was Tinbergen wel een van de hoogleraren die het architect Aar Grasman zo moeilijk maakten. Al is dit wat onwaarschijnlijk, gezien de bouw van het Biologisch Centrum pas na zijn dood start. Zijn collega’s stellen in ieder geval de meest bijzondere eisen aan het gebouw, zoals klimaatgestuurde faciliteiten, om de dieren- en plantenwereld te kunnen bestuderen.

Daarnaast heeft Grasman te maken met een strenge gemeente die hoge eisen stelt aan de hoogte van het gebouw. Ook de universiteit doet een duit in het zakje, of eigenlijk juist niet – ze houden nauwlettend in de gaten dat het krappe budget niet overschreden wordt.

Balancerend tussen deze drie vuren ontwerpt Grasman een prachtig gebouw, deels ingegraven, met veel beton, glas en strakke lijnen, dat perfect opgaat in zijn omgeving. Het buitenterrein van 8 hectare voert je mee de natuur in, om het gebouw heen, bijna tot binnenin. De lange gang die alle laboratoria en collegezalen verbindt, doet denken aan de stam van een boom, met betonnen takken waar onderzoek gedaan en college gegeven werd.

Tot 2010 is het complex aan de Kerklaan het domein van de verschillende afdelingen van de vakgroep biologie. Lesmateriaal, onderzoeksresultaten, opgezette dieren, skeletten en vreemdsoortige experimenten verzamelen zich in het oude Zoölogisch Laboratorium, in de lange gang en in de laboratoria. Dan verhuist de vakgroep weer, ditmaal naar de Zernike Campus, aan de andere kant van de stad.

Nieuwe bewoners

Nog voor de verhuizing overleggen de RUG en CareX over de invulling van het bijzondere complex in Haren. CareX beheert gebouwen die tijdelijk leegstaan, en huisvest er mensen, organisaties en bedrijven. Zo gaan ze woningnood, onnodige sloop en leegstand tegen en bevorderen ze tegelijkertijd een bloeiende leefomgeving en kunst- en cultuursector.

Dat past wel bij de voormalige biologiefaculteit. Beide partijen komen tot een overeenkomst en de eerste bewoners betrekken het gebouw. De biologen lijken het pand net verlaten te hebben, de opgezette dieren en skeletten staan nog in de souterrains. ‘Het voelde heel unheimisch om door dat pas verlaten gebouw te wandelen en al die achtergelaten collecties te zien’, herinnert Jobbe Holtes zich.

In het oude Zoölogisch Laboratorium, waar ooit Tinbergen zijn fascinerende onderzoeken deed, trekt woongroep Bonobo, waar de oprichters van CareX deel van uitmaken. Het pand van Grasman, dat ernaast staat, herbergt 180 bewoners, 100 ondernemers en 150 kunstenaars.

De nieuwe bewoners gaan bijna naadloos op in de rijke en gevarieerde wereld vol flora en fauna die de biologen de voorgaande 50 jaar creëerden – eigenlijk net zoals het hoekige gebouw van Grasman dat eerder deed.

Kwaliteit voor het oprapen

Hoe breng je deze waarde in beeld? Als ik er ben, en zie hoeveel mensen er een woonplek hebben gevonden, wat de kunstenaars en ondernemers maken, doen en organiseren en wat de Biotoop voor Haren betekent, zie ik die waarde wel. Ik zie het zelfs als ik me voorstel hoe Tinbergen aan kwam fietsen.

Als ergens het woord ‘broedplaats’ valt, zie ik altijd de Biotoop voor me. Geschiedenis, wetenschap, kunst, cultuur en innovaties, het ligt hier voor het oprapen. Maar niet iedereen kijkt door dezelfde bril. Politici, ambtenaren, projectontwikkelaars of volkshuisvesters zien misschien wel iets heel anders.

Moet je door dezelfde bril kijken en dezelfde taal spreken om de waarde van zo’n plek zichtbaar te maken? Ik moet denken aan de Doorbraakmethode, ontwikkeld door het Instituut voor Publieke Waarden om de bureaucratie in het sociale domein te doorbreken. Maatwerk is daarbij het antwoord, de Doorbraakmethode biedt het gereedschap om dat maatwerk daadwerkelijk toe te passen.

Wat opvalt bij de methodiek is dat de waarde van de aanpak zichtbaar wordt gemaakt door de maatschappelijke opbrengst uit te rekenen. Hoeveel kost een verslaafde, dakloze man met schulden de maatschappij en wat brengt het diezelfde maatschappij als we de Doorbraakmethode op hem loslaten?  

Het schuurt een beetje om wat zacht, menselijk en soms abstract is, om te zetten in harde euro’s. Maar je verstaat elkaar wel meteen, je kijkt door dezelfde bril. Met de Doorbraakmethode maakt het Instituut voor Publieke Waarden zachte waarden voor iedereen zichtbaar.

Werkt de Doorbraakmethode ook buiten het sociale domein? Belangrijk is dat je twee scenario’s tegenover elkaar kunt zetten: als je wel maatwerk toepast, kost het bedrag X, en als je dat niet doet, ben je bedrag Y kwijt. Als je op deze wijze de waarde van de Biotoop tastbaar wilt maken, zou je dus verschillende scenario’s moeten opstellen, en dat wordt ingewikkeld.

Stel: in een van de scenario’s wordt het gebouw gesloopt, wat komt er dan voor in de plaats? Er zijn simpelweg te veel mogelijkheden. Daar komt bij dat het prachtige pand in die prachtige omgeving gewoon heel mooi is. Die waarde kun je niet doorrekenen. De Doorbraakmethodiek is dus niet een-op-een toe te passen op de Biotoop-casus.

Maatschappelijke waarde

Je zou wel de waarde van de huidige situatie op zo’n manier tastbaar kunnen maken dat die zichtbaarder wordt, ongeacht door welke bril je ernaar kijkt. Dan rekenen we uit wat het de maatschappij oplevert dat er zoveel mensen een woonplek hebben gevonden, wat de ondernemers uit de Biotoop toevoegen aan ons economische klimaat, hoeveel kunstwerken en producten er gemaakt worden die mensen kopen, die mensen gelukkig maken of een andere maatschappelijke waarde hebben.

Als je de kwaliteiten van de Biotoop op een rij zet en de waarde ervan concretiseert, kun je ze versterken

Daarnaast kijk je naar wat het de maatschappij aan kosten scheelt dat in de Biotoop mensen in een gezonde leefomgeving wonen, werken en opgroeien, waardoor hun zorgvraag relatief klein is. Wat het scheelt dat bewoners voor elkaar zorgen en minder gebruik maken van kinderopvang, dagbesteding of zorginstellingen.

Laten we ook onderzoeken welke flora en fauna – naast de bewoners, ondernemers en kunstenaars – in de Biotoop een plek hebben gevonden. Je kunt ook uitrekenen hoe waardevol het is dat bewoners het gebouw onderhouden en opknappen, en je kunt meten in welke mate buurtbewoners de Biotoop waarderen.

Wat je daarnaast kunt doen is een toekomstscenario schetsen. Als je al die kwaliteiten van de Biotoop op een rij hebt gezet en de waarde ervan hebt geconcretiseerd, kun je deze kwaliteiten verder versterken. Zo voeg je nog meer maatschappelijke waarde toe en borg je het behoud van de plek.

Zoöperatie: toekomstbestendig groeien

Op de Biotoop leven al decennialang mensen, dieren, planten en bloemen samen in een ecosysteem. Misschien is de toekomst van de Biotoop wel die van een zoöperatie: een samentrekking van zooè, Grieks voor leven, en coöperatie. Een samenwerkingsverband van verschillende levensvormen dus. Daarmee blijft het een plek waar mensen, dieren, planten en bloemen kunnen blijven groeien, maar dan toekomstbestendig.

Dit betekent dat we het gebouw van Grasman, met respect voor het ontwerp, moeten verduurzamen. Er komen groene daken en zonnepanelen op. Warmtepompen en infraroodpanelen zorgen voor verwarming. De benodigde energie halen we uit natuurlijke bronnen.

We breiden de zelfoogsttuin uit en creëren in de tuinen van de Hortus en de Biotoop een enorme leefwereld voor flora en fauna. Het bodemleven is er gezond, natuurlijke kringlopen krijgen de ruimte en inheemse soorten krabbelen op. De menselijke bewoners profiteren ook van deze groene, sociale wereld. Samenleven in een groene omgeving maakt tenslotte gelukkig. De woningen blijven betaalbaar en het complex blijft een mix van privé, collectief en openbaar.

Ook de rijke historie van de locatie krijgt een plek. In de Hortus vestigt zich het nieuwe Natuurmuseum, waar je de geschiedenis in duikt en het planten- en dierenrijk onderzoekt of bewondert.

Misschien overbodig: natuurlijk doe je dit met een gemêleerde groep, bestaand uit bewoners en gebruikers van de Biotoop, ecologen, filosofen, (landschaps)architecten, restaurateurs gespecialiseerd in verduurzaming, en ambtenaren. Voor het verstevigen van de waarde van de Biotoop en het toekomstbestendig maken van de plek hanteren we twee spelregels: iedereen is gelijkwaardig aan elkaar, inclusief de dierlijke bewoners, en het einddoel is duurzaam, in beide betekenissen van het woord.

Eén kenmerk van de Biotoop zal wel ingrijpend veranderen. Dat is het tijdelijke karakter. De Biotoop moet namelijk blijven!

GRAS heeft een projectgroep gevormd. Daarin buigen Erik Roerdink (architect, partner De Zwarte Hond) Lieke de Jong (landschapsarchitect, co-founder Landscape Collected, Peter de Kan (bioloog-filosoof en grafisch vormgever) en Jobbe Holtes (maatschappelijk ondernemer, grafisch vormgever en bewoner van de Biotoop), zich de komende tijd over de toekomst van de Biotoop. Het wordt een experiment waarbij gemeenschap, gebouw en groenstructuren een plek vinden. Een doordacht en breed opgezet advies waar zowel de eigenaar, de beheerder als de gebruikers mee uit de voeten kunnen. We houden je op de hoogte.