Wijkvernieuwing

Ik blijf hier // Beijum – deel 5

Verhalen uit een veranderende wijk

Tekst:
Beeld:
Leestijd: .

Vier Groninger wijken worden de komende jaren vernieuwd. In opdracht van de gemeente Groningen gaan kunstenaar Sijas de Groot, fotograaf David Vroom en tekstschrijver Chris Zwart met het project Ik blijf hier een jaar lang op zoek naar de verhalen uit deze wijkvernieuwingswijken. Het eindproduct is per wijk een zorgvuldig vormgegeven krant, die teruggegeven wordt aan de bewoners. GRAS publiceert verhalen en foto’s uit de eerste krant, over de wijk Beijum. Dit is deel 5.

ONTSNAPPING UIT DE STAD

Terwijl we door de Groene Long lopen, blijven we ons verbazen over het aantal speelveldjes en voetbalveldjes. De gemeente overlegt met bewoners om van al die kleine speelplekjes een kleiner aantal grotere, mooiere speeltuinen te maken. Plekken waar je als kind graag naartoe wilt en waar ouders elkaar kunnen ontmoeten. Zoals het ooit bedoeld was in Beijum, maar dan een tikje beter.

Als we de Groene Long weer uit lopen, blijven we even staan. We kijken elkaar aan en moeten toegeven dat we toch weer de weg kwijt zijn. Willekeurig lopen we de Bentismaheerd in en komen uit bij de Emingaheerd. Hier liggen voortuinen aan de weg, de ene groen, de andere vol tegels.

Voor nummer 11 staan Annika en Rouven, studenten uit Hamburg. Ze vragen of we binnen willen komen, we besluiten in de achtertuin te gaan zitten. 'Pas op hoor,' waarschuwt Rouven, 'we hebben kippen.' Er staan een boel planten in de achtertuin, in houten kistjes op omgekeerde kratten Club-Mate. We vragen ons af of de kippen weleens wegrennen. 'Eentje probeerde dat,' vertelt Rouven, 'maar ze kwam niet ver.'
'We vonden haar dood aan de andere kant van het hek', zegt Annika.

De Duitse studenten zochten een jaar geleden met hun Nederlandse vriend een woning en kwamen dit huis tegen: 'We moesten de afweging maken of het de moeite waard was zo ver te moeten fietsen', zegt Rouven. Tegelijkertijd wilden ze graag een plek met veel ruimte en een tuin. Ze hebben geen spijt van hun keuze voor Beijum. 'Voor mij is dit een ontsnapping uit de stad', zegt Rouven. 'Je loopt hier in tien minuten tussen de weilanden.'

WE VRAGEN ONS AF OF DE KIPPEN WELEENS WEGRENNEN. 'EENTJE PROBEERDE DAT,' VERTELT ROUVEN, 'MAAR ZE KWAM NIET VER.'
'WE VONDEN HAAR DOOD AAN DE ANDERE KANT VAN HET HEK', ZEGT ANNIKA

'In de zomer zie je veel mooie bloemen in voortuinen’, zegt Annika. ‘Je hebt de sloten en de fietspaden die door de hele buurt gaan. Dat is mooi.' De studenten verbouwen in hun achtertuin hun eigen groenten. Afgelopen zomer oogstten ze twintig courgettes. Het plan is om ooit ergens helemaal zelfvoorzienend te worden. Als we ze vragen naar hun favoriete plek in de wijk, noemt Annika stadsboerderij de Wiershoeck. ‘Daar is een enorme tuin met bloemen en groenten, echt heel tof.’

We zijn nieuwsgierig en besluiten zelf te gaan kijken. De Wiershoeck is samen met het naastgelegen Trefpunt een levensader voor de wijk. Als je het terrein op loopt is het net alsof de wereld verandert. Er staat een oude schuur in een grote tuin met mooie bomen. Ook hier lopen kippen. Op dit moment is het hier rustig, maar als de pandemie voorbij is bruist het ongetwijfeld weer.

Elke wijk moet plekken hebben waar kinderen zich kunnen ontwikkelen, los van beeldschermen. En waar volwassenen de verbinding met de natuur terugvinden. De Wiershoeck is zo’n plek. Je kunt het hier zien groeien en ervan proeven.

Foto: David Vroom

'DIT IS EEN GOEIE HEERD'

Beijum bestaat uit woonerven van klinkers, baksteen, beton en hout, met allemaal hun eigen architectuur. Kleine wereldjes, eilandjes binnen de wijk. In dat wereldje spreek je mensen, erbuiten soms nauwelijks.

We lopen de Boelemaheerd in. Uit een voorbijrijdende auto tettert een Nederlandstalige meezinger. In een boom hangt een paar schoenen. Het geluid van mussen doet ons denken aan thuis. We zien twee vrouwen en een man bij een grote betonnen plantenbak staan. De vrouwen zijn Michelle en Linda, de man is coördinator groenparticipatie Laurens Stiekema van de gemeente.

'Van die lelijke bosschage hier word je niet vrolijk', zegt Linda. 'We willen het iets gezelliger.'
'Stokrozen, vlinderstruiken, een beetje kleur, wat bessen voor de vogels, walnoten, een wormenhotel', legt Michelle uit. 'We willen het zelf ook wel maken, dat maakt ons niks uit. Maar zoals het nu is vinden we het geen porem.' Ze wijst naar de betonnen plantenbak die ook als straatversmalling dient. 'Je mag hier maar 30 kilometer per uur, maar sommige mensen rijden veel te hard. Dus dan kun je net zo goed die bak wat vergroten.'

De bewoners proberen alles uit hun heerd te halen. Drie jaar geleden kwam er een nieuwe speeltuin, een initiatief van de buurt.
'Op zich goede speeltoestellen hoor,' zegt Laurens, 'maar kinderen hebben het liefst zand, stenen en een stapel planken. Dan redden ze zich wel.' Op de achtergrond klinkt het vertrouwde geratel van een elektrische snoeischaar. Een specht hamert op een boom. Het is de soundtrack van Beijum in februari.

Foto: David Vroom

'Het is heel tof dat we hier de ruimte krijgen om dingen te doen', zegt Michelle. Ze wijst: 'Als je die brandgang doorgaat, de straat over en nog een brandgang door, kom je in de Hylkemaheerd. Daar heeft Tanja samen met de gemeente de Torteltuin gemaakt.' In de buurtmoestuin leren kinderen over de natuur. 'Want daar schort het een beetje aan. We leren ze ook dat als je afval op straat gooit, iemand anders het moet opruimen.'

De hond van Michelle poept op het gras. Ze maakt geen aanstalten om het op te ruimen. 'Dat lossen we zometeen wel op', zegt Linda.
'Beijum is heel erg verdeeld', zegt Michelle. 'Er zijn mensen die een hele hoop voor de wijk willen doen, maar ook mensen die dat helemaal niet hebben. Maar dit is een goeie heerd, om het zo maar te zeggen. Hier is rust. En nooit geen gezeik en geouwehoer.'

Laurens vertelt de buurvrouwen wat de mogelijkheden zijn, maar legt ook uit dat de gemeente weinig geld voor beheer heeft. De bewoners zullen dus zelf voor het onderhoud moeten zorgen. 'We komen niet iedere week langs om te schoffelen.'
Linda knikt vol overtuiging. 'Tuurlijk. En dat is best te overzien. Wij willen graag dat het er een beetje vrolijk uit blijft zien, dus daar doen we dan ook iets voor.'

Veel mensen willen meer groen in hun straat, niet alleen in Beijum. Laurens' agenda zit vol. Hij weet uit ervaring dat elke bewoner anders tegen zijn omgeving aankijkt. Met een blik op een voortuin kan hij inschatten op welke manier iemand over groen denkt.

Michelle kan daarover meepraten: 'Ik vind het leuk als ergens helmgras groeit. Maar mijn vriendin belt juist de gemeente om het weg te laten halen.' Ze moet naar haar werk en neemt afscheid. 'Als ik terugkom ruim ik de kak op', belooft ze.

DE HOND VAN MICHELLE POEPT OP HET GRAS. ZE MAAKT GEEN AANSTALTEN OM HET OP TE RUIMEN. 'DAT LOSSEN WE ZOMETEEN WEL OP', ZEGT LINDA

Met Laurens lopen we naar de Torteltuin. Tanja doet veel voor de buurt, vertelt hij. De pluktuin was haar idee en haar ontwerp. Veel mensen hebben grote ideeën voor hun straat, maar beseffen niet wat erbij komt kijken, legt hij uit. 'Ze denken puur vanuit idealisme. Dat vind ik ook mooi hoor. Maar in zo'n geval schakel ik meteen een opbouwwerker in. Ik vind het superleuk om met al die mensen te praten, maar mijn werk is niet zo romantisch als het lijkt.'

We zien Tanja staan, ze valt op door haar roze geverfde haar. Ze heeft een melkpak met zelfgemaakt pannenkoekenbeslag in haar hand. Kinderen staan regelmatig bij haar aan de deur om te vragen wanneer ze weer bezig mogen in de tuin, vertelt ze. 'En als er dan een klusdag is, dan gaan we ook bezig. Dan maak ik pannenkoeken of een pan soep, dat eten we hier op. Dat is altijd een enorm succes, dan komt iedereen.' Ook als er geoogst wordt, weten mensen de tuin te vinden.

Kinderen maakten onlangs veel stuk in de moestuin, vertelt Tanja, volgens haar puur omdat ze zich dood vervelen. Ze deelden filmpjes via TikTok om elkaar aan te sporen. Tanja ging met de kinderen in gesprek.

'Breek maar af, ze doen er toch niks mee!', klinkt het plotseling verderop in de straat. We kijken elkaar verbaasd aan. Tanja haalt haar schouders op. 'Daar trekken we ons niks van aan, dat heb je ook in een wijk. Ik merk dat deze tuin juist voor verbinding zorgt, het is echt een ontmoetingsplek voor mensen uit de hele wijk. Dat is de kracht die openbare ruimte kan hebben.'

Ik blijf hier is een initiatief van Stichting Tussenland, uitgevoerd in opdracht van de gemeente Groningen in het kader van de wijkvernieuwing in Beijum, Selwerd, De Hoogte/Indische Buurt en De Wijert. Buro Reng doet de vormgeving en de beeldredactie van de kranten.

Bekijk hier de hele krant in digitale versie.