In een vernieuwde versie van het Ommelanderhuis is het landschap de gastheer
Mensen vinden elkaar moeizaam, als het over het landschap gaat. En als ze elkaar al spreken, speelt dat gesprek zich maar mondjesmaat af in het landschap zelf. Architect Sjoerd Bosch ontwierp als afstudeerproject het Hedendaagse Ommelanderhuis: een plek aan het Reitdiep waar stad en platteland elkaar treffen, met het landschap als gastheer.
Scholieren trappen op elektrische fietsen en dorpelingen zoeven de provinciewegen af. Mensen volgen hun gps en luisteren met ruisonderdrukking naar muziek. Geïsoleerd raast het landschap voorbij.
Eenmaal gearriveerd op bestemming staat de hedendaagse plattelandsarchitectuur maar amper in contact met het landschap. De logge, groen geverfde schuren passen niet in de omgeving en lijken de verloren binding met de omgeving te versterken. We verliezen de zintuiglijke binding met het landschap, terwijl dat landschap juist onze aandacht eist.

Middag-Humsterland: bakstenen droogloodsen en anonieme prefab-schuren
Het gesprek over het Groninger landschap wordt gevoerd in ambtelijke taal. Rapporten worden volgeschreven en procedures worden opgetuigd. De aardbevingsproblematiek is daarvan het sprekende voorbeeld. Burgers en overheden staan vaker lijnrecht tegenover elkaar in de rechtbank dan naast elkaar in het landschap.
Ook wordt het Groningse landschap geconfronteerd met landschappelijke uitdagingen als verarmde biodiversiteit, bodemdaling, stikstofreductie, verzilting en de consequenties van zeewaterspiegelstijging. Het gesprek over dat landschap is dus urgenter dan ooit.
De spanning tussen Stad en Ommeland loopt intussen op. In 2019 riepen Groningse boeren op tot dialoog over versoepeling van het nationale stikstofbeleid. Ze bestormden het provinciehuis, forceerden de deur en stormden naar binnen. Maar tot op de dag van vandaag wordt een gezamenlijk gesprek over het landschap nauwelijks gevoerd.
Boeren, stedelingen, creatieve makers, beleidsmakers, experts, dorpelingen en politici vinden elkaar moeizaam, als het over het landschap gaat. En als die vertegenwoordigers van verschillende perspectieven elkaar al spreken, speelt dat gesprek zich maar mondjesmaat af in het landschap zelf. Terwijl zintuiglijke ervaring juist een brug kan slaan tussen het alledaagse van dorpelingen en boeren en het beleidsmatige van overheden.
Als architectuurstudent onderzocht ik hoe architectuur de binding met het Groninger landschap kan vergroten en hoe de architectuur van nu de dialoog met en over het Groninger landschap kan faciliteren. Een ontwerpend onderzoek leidde tot het ontwerp voor het Hedendaagse Ommelanderhuis: een plek aan het Reitdiep voor debat en verkenning, waar Stadjers en Ommelanders elkaar ontmoeten en het landschap de gastheer is.

De glooiende bedijking van het meanderende Reitdiep laat de eeuwenlange landschapsbewerking zien
Politiek huis tussen Stad en lande
Het Groninger Ommeland en de stad zijn al eeuwenlang economisch en politiek van elkaar afhankelijk. Tot in de achttiende eeuw vormden de Ommelanden een gezamenlijke fractie in de provinciale staten van Stad en Lande, de huidige provincie Groningen. De stad Groningen telde naast het stadhuis en provinciehuis een derde politiek huis: het Ommelanderhuis. De Ommelander fractie verzamelde zich in het pand aan de Schoolstraat.
De Ommelanders gebruikten het Ommelanderhuis als een ambassade van het Ommeland, met vergaderruimtes en een drukkerij voor de Ommelander Courant. Het was een veilige en vrije plek waar ze beleid voorbereidden en via de krant hun ideeën verspreidden.
In 1804 verliet de Ommelander fractie de provinciale staten en verviel de functie van het Ommelanderhuis. Sindsdien is het provinciehuis de enige plek waar het provinciaal beleid wordt bepaald.
De architectuur van het provinciehuis symboliseert de afstand tussen het provinciebestuur en de boeren uit het Ommeland
Het belang van een provinciehuis is groot, de staten vervullen een belangrijke rol tussen het nationale en regionale belang. Toch lijkt daarin de stem van het Groninger landschap vergeten te worden. Ambtenaren vergaderen onder systeemplafonds en bewindspersonen laten zich verplaatsen in hun dienstauto’s.
Zo gek is het dus niet dat boeren in 2019 de stad introkken omdat ze zich niet gehoord voelden. De gouden raamroosters van het provinciehuis hingen vol stro: het was het decor van een geforceerde dialoog. Te midden van die gebeurtenis symboliseerde de architectuur van het provinciehuis de afstand tussen het provinciebestuur en de boeren uit het Ommeland.
Ommelander tochten
Eeuwenlang richtten Groningers het landschap in op basis van ervaring. Ze leerden hoe hoog het water kwam en bouwden op een manier dat wind en water buiten werden gehouden.
Sinds de vroege Middeleeuwen werd de zware Groningse klei gebakken tot steen. Subtiele hoogteverschillen in het landschap van nu verraden de kleiafgravingen. De gebouwen in wierdedorpen zijn opgebouwd uit de kenmerkende rode baksteen. In civiele bouwwerken is die rode steen nog terug te zien: sluizen, transformatorhuisjes en bruggen lijken als monumenten in het landschap onaangetast te blijven. Groningers leefden samen met het landschap. De bebouwde omgeving was een resultaat van kunde en landschapservaring.

Links: Een verscholen bakstenen EGD-transformatorhuisje in Amsterdamse school als herinnering aan de baksteenindustrie // Midden: Wandelen is een productieve vorm van kennisdeling // Rechts: Het meanderende Reitdiep resoneert in de originele polderverkaveling in het Middag-Humsterland
Toch verdween in de jaren zeventig de kleinschalige baksteenindustrie uit de provincie, en daarmee een architectuur die zich verenigt met het landschap. Naast de sloop in het aardbevingsgebied worden de herinneringen aan die industrie weggeveegd: droogloodsen, schoorstenen en oude treinsporen zijn gesloopt. De kenmerkende Groninger rode baksteen wordt langzaam uit het landschap weggenomen.
In de ontwikkelingen van de laatste vijftig jaar wordt de wisselwerking van kunde en landschapservaring losgelaten. In plaats daarvan worden gebouwen bekleed met anonieme prefab-panelen die niks te maken hebben met het Groninger Ommeland.
Hoe kan het dat, juist in een tijd waar het landschap van zich laat horen, eigentijdse architectuur in Groningen maar amper inspeelt op het landschap? Gedurende de twintigste eeuw verrijkten ingenieurs het landschap tot een regelbaar geheel. Tot op de dag van vandaag staat dat perspectief lijnrecht tegenover het perspectief van dorpelingen, creatieve makers en boeren.
Volgens ingenieurs zou landschap met techniek en regelgeving te controleren zijn. Het zou als een object te beschouwen zijn. Ingenieurs, beleidsmakers, politici en experts kijken met een feitelijke, rekenkundige blik naar het landschap. Kaarten, procenten en jaartallen ondersteunen dat perspectief.
Aan de andere kant kijken dorpelingen, creatieve makers en boeren met een meer subjectieve, gevoelige blik naar datzelfde landschap. Ze vinden het dorpsgevoel belangrijk, zetten wandelpaden uit of zoeken naar een balans tussen hun boerenbedrijf en gezond landschapsbeheer.
Ook het landschap heeft een stem. Wie goed luistert, merkt de verschillen op die door de seizoenen heen zichtbaar worden in bodem, water, morfologie en geschiedenis
Bovendien: ook het landschap heeft een stem. Wie goed luistert, merkt de verschillen op in bodem, water, morfologie en geschiedenis. Die worden zichtbaar door de seizoenen heen: in droge of natte periodes.
Als geboren Groninger keerde ik voor mijn afstudeerwerk terug naar het Noorden. Ik begon dit ontwerpend onderzoek door een jaar lang te wandelen langs het Reitdiep. Veel creatieve makers gingen mij voor, zoals de schilders van De Ploeg.
Ik leerde het gebied rond de voormalige zeearm kennen tijdens wandelingen met lokale creatieve makers, schrijvers en dorpelingen. De reeks wandelingen legde ik vast in zintuiglijke kaarten en maquettes, en vormde het referentiekader van mijn ontwerpproces. Ik hoorde de fietsende scholieren achter de dijk. Ik rook de mest en liep door de akkers. Zintuiglijke informatie die de karakteristieken van het landschap omvatten.
Vervolgens combineerde ik die informatie met meer objectieve informatie over bodemkwaliteit, verzilting, aardbevingsproblematiek en de gevolgen van zeewaterspiegelstijging. De ruimtelijke kwaliteit van het subtiele hoogteverschil in het wierden- en dijkenlandschap werd zo, door kaartmateriaal en data, een concreet ingrediënt in het ontwerpend onderzoek.

Zintuiglijke kaarten van wandelingen omvatten notities van textuur, gevoel en herinnering

Landschapsmaquette van het Reitdiep rond de Allersmapolder
Het Hedendaagse Ommelanderhuis
In de onbebouwde Allersmapolder, die zo groot is als de Groningse binnenstad, staat het Hedendaagse Ommelanderhuis aan het Reitdiep. Het is een politiek huis, als alternatief voor de gemeentehuizen, het Groningse stadshuis en het provinciehuis. De rode pannenkap staat op een bakstenen podium, daarmee is het huis een toevoeging aan de collectie van talloze Groningse boerderijkappen.
De landschappelijke kwaliteiten van de polder worden versterkt door een aantal ruimtelijke ingrepen. Bakstenen wandelpaden, experimentele akkers, oppervlaktewaterberging, een aanlegsteiger voor het Reitdiepveer en het Hedendaagse Ommelanderhuis bieden de Allersmapolder een programma waar onderzoek, recreatie en het alledaagse door elkaar heen bewegen. Het Reitdiep meandert als een lus om de polder heen, terwijl aan de zuidkant een glooiende dijk de polder begrenst van het lager gelegen Middag-Humsterland.

Zicht op het Reitdiep vanaf Schaphalsterzijl. Het water is meer dan een ambtelijke grens; het Reitdiepveer meert aan bij het Hedendaagse Ommelanderhuis

Op het hoger gelegen gedeelte van de polder staat het Hedendaagse Ommelanderhuis. In combinatie met het verhoogde podium vindt hoog water een weg om het gebouw
Zoals ik zelf het Groninger landschap leerde kennen door te wandelen, daag ik beleidsmakers, boeren, dorpelingen, nieuwkomers, experts, scholieren en creatieve makers uit om ook te gaan lopen. Als vertrek-, rust- en eindpunt van wandelingen is daar het Hedendaagse Ommelanderhuis.
Ik gebruik de naam van het Ommelanderhuis om buiten de stad Groningen een plek te maken waar verschillende perspectieven elkaar ontmoeten om het landschap van de toekomst te verkennen. Het Hedendaagse Ommelanderhuis is een plek voor ontmoeting en debat in de polder.
Aan de noordkant van de polder omsluiten wanden van vilt, gevuld met schapenwol, twee kamers onder het rode pannendak. Een derde overdekte buitenkamer wordt door de twee vilten kamers ingesloten. Baksteen, keramische dakpannen, vilt, schapenwol en sloophout zijn herkenbare, uit de provincie geoogste materialen. Ze vinden hun plek in het gebouw door de wisselwerking tussen landschappelijke uitdagingen, zoals aardbevingen, en landschappelijke kwaliteiten, zoals het subtiele hoogteverschil. Zo zijn er geen dragende bakstenen muren, maar vloeren van baksteen die de bolling van de akker volgen.

Het Hedendaagse Ommelanderhuis, waarvan de grote kap comfort biedt bij natte of zonnige momenten, staat als een baken in de polder
Een drukke dag in het Hedendaagse Ommelanderhuis stel ik me als volgt voor. In de hoge kamer komen nieuwsgierige dorpelingen samen om een film te kijken over stedelingen die verhuizen naar het platteland. Als de aftiteling begint, horen ze jonge stemmen. Onder de kap stappen scholieren het podium op. Ze ontmoeten de dorpsarchivaris en luisteren vol verwachting.
Achter de archivaris aan loopt de groep scholieren richting het Reitdiep. Ze maken een wandeling en leren onderweg over de kleibodem, en over de rol die dijken hebben in dit gebied. Op dat moment komt een andere groep aanlopen, gegidst door een landschapsarchitect. Ze hebben zwerfafval en bodemmonsters verzameld. De groep gaat de lage kamer in en neemt plaats in de zitkuil. De wandelaars tekenen het gevonden afval na en leggen de herinnering van de vindplek waar het object vandaan komt vast.

De kap en de vilten kamers spelen met de nabijheid van het landschap door de zachte materialen van vilt en schapenwol
De vilten wand beweegt mee met de wind. De schapenwol ruikt en de baksteen is ruw. In de derde overdekte buitenkamer, tussen de twee vilten kamers, waait de wind onder de kap door. Door de seizoenen heen vind je hier beschutting tegen zon of regen. Het gigantische rode pannendak beschermt de constructie en het vilt tegen de regen, en biedt aan de randen beschutting. Van onder het dak trek je de polder in.
Zowel de kap als de gebruikte materialen refereren naar de Groninger bouwcultuur. Een eigentijdse gebintconstructie, bestaand uit samengestelde houten kolommen en balken, ondersteunt de kap.

In de vilten kamers is het landschap nooit ver weg. In de zomer kan het vilt gehesen worden en ’s winters hangt het neer als een warm gordijn
Om ons weer verbonden te voelen met het landschap moeten we eropuit trekken, onze zintuigen prikkelen. Door samen te lopen, leer je elkaar en het veranderende landschap beter kennen.
Ik stel me voor dat Ommelanders en Stadjers elkaar ontmoeten in het Hedendaagse Ommelanderhuis. Ze gaan erheen om met elkaar het landschap te verkennen. De architectuur zet de kaders uit en brengt comfort op de zware Groninger klei. Het gebouw is een focuspunt in het veranderlijke landschap. In alle seizoenen is het landschap er de gastheer.
Toch is het idee van het Hedendaagse Ommelanderhuis nog niet af. Ik wandel verder in Groningen en leg mijn tochten vast op papier en in gesprekken. Ik ben overtuigd dat gevoelig contact met het landschap verschillen kan overbruggen.
Sjoerd Bosch schreef dit artikel in opdracht van Noorderbreedte.