Misplaatst rentmeesterschap
De rol van de nietige mens in een veel groter geheel
Het begon bij de douane in IJmuiden. We stonden met ons campertje in de rij om aan boord van de ferry naar Newcastle te gaan, toen ik de weeïge lucht rook. Onze dochter keek heel ongelukkig toen de diarree zich een weg naar buiten vocht door haar luier, kleren en het autostoeltje.
De douanier die onze camper binnen wilde stappen om op illegaliteiten te controleren, trok zijn hoofd onmiddellijk weer terug. Voor het gemak vroeg hij mijn vriend maar of we iets explosiefs aan boord hadden. ‘Op je kind en zwangere vriendin na’, voegde hij eraan toe met een fronsende blik op ons.
Eenmaal aan boord bleken we overgeleverd aan de grillen van de Noordzee. Een hevige storm slingerde de steady ferry heen en weer alsof het een speelgoedbootje was. Luxe diners en wijnglazen vlogen door de lucht, schilderijen klapperden tegen de muur. ‘Dit heb ik nog nooit meegemaakt’, mompelde een lijkbleek bemanningslid. Opgelucht zetten we de volgende dag voet aan wal en togen we naar Schotland.
De storm had het mooie lenteweer verjaagd, dat maakte plaats voor een koudefront. Het sneeuwde toen we de grens passeerden. De buikgriep van onze dochter hield nog een paar dagen aan en door de sneeuw, zakjes kots en vieze luiers zagen we het prachtige Schotland aan ons voorbijtrekken.
Ergens op dag drie, te midden van de Schotse ruigte, begreep ik pas het gevoel dat ik al sinds de ontmoeting met de douanier in IJmuiden had. Het was een soort prettige gelatenheid. Er zijn zoveel zaken waar je geen invloed op hebt, het werkte relativerend om me daarbij neer te leggen.
We hadden op tijd onze vrije dagen aangevraagd voor de vakantie, de camper klaargemaakt, de juiste kleren en genoeg eten ingepakt en bekeken welke route we door Schotland zouden willen rijden. Voor ons doen waren we goed voorbereid. Een soort misplaatst gevoel van controle, want eenmaal onderweg bleken we overgeleverd aan de krachten van de natuur.
Ik voelde me nietig in dat kleine campertje tussen de bergen en uitgestrekte vlaktes. Misschien was het vooral de gewaarwording dat je maar een heel klein onderdeel van alles bent. Drie mensen in een camper (vooruit, drie-en-een-half) gingen op een goede manier op in het geheel van de ontembare Schotse natuur. Dat had ik vanuit mijn geordende leven in Nederland vooraf niet kunnen bedenken.
Terwijl we rondtrokken begon ik te mijmeren over het woord ‘rentmeesterschap’. Ik vond het altijd goed klinken: wij als mensen zijn rentmeesters en hebben de verantwoordelijkheid om deze wereld in goede staat door te geven. En hoewel we dan inderdaad nog wel een slag te slaan hebben, zag ik in Schotland heel duidelijk dat er nog een hele hoop te redden valt.
Wat ik ook zag is dat we helemaal geen rentmeesters zijn. Eigenlijk is dat zelfs een behoorlijk arrogant standpunt.
Het besef van nederigheid is goed om eens te ondergaan
We hebben deze wereld niet in bruikleen, we zijn er slechts een onderdeel van. Een klein elementje in die enorme biotoop. Door de mens te bestempelen als rentmeester, met alle goede bedoelingen ten spijt, dichten we onszelf een misplaatst soort invloed toe. Net zoals ik mezelf een misplaatst gevoel van controle had toegedicht aan het begin van onze reis.
Ik vond het een fantastische vakantie, al denken mijn reisgenoten daar misschien anders over. Het besef van nederigheid is echt goed om eens te ondergaan. En ik kan het met veel woorden uitleggen, maar je begrijpt het pas als je het zelf voelt.
Laat ik het aan de hand van een voorbeeld concreet proberen te maken.
Als mensen delen we de wereld met spreekwoordelijke schotten op in hokjes. We hebben stad en natuur, wildernis en cultuurlandschap, we hebben het rijk der dieren en planten en dat van de mens. Wij moeten er als rentmeesters voor zorgen dat alles met elkaar in evenwicht is.
Wat nu als we die schotten weghalen en onze omgeving meer als één geheel gaan zien? Steden zijn in dat geval onderdeel van de natuur. Er leven ontzettend veel dieren waarvoor de stenige omgeving misschien wel een voedselrijk rotslandschap is. De menselijke bewoners proberen tegelijkertijd verwoed meer groen tussen de stenen te planten.
Staatsbosbeheer heeft een programma dat de Groene Metropool heet. De kern ervan: weg met de schotten tussen steden, dorpen en natuur. De Groene Metropool laat de groene vingers vanuit het ommeland doorlopen tot in het centrum van steden. Zo ontstaat één groot geheel, waarin diersoorten (ja, daar zijn wij mensen er een van) en planten zij aan zij leven, groeien en bloeien. Dat maakt iedereen een stuk gezonder en gelukkiger (en het lost de hittestress in steden op).
In Schotland is de natuur niet te temmen, terwijl we in Nederland heel goed zijn in het aanpassen van land naar onze wensen. Misschien wanen we ons daardoor wel rentmeesters. Nederigheid zit voor mijn gevoel niet echt in onze cultuur. Dan maar voorzichtig meer ruimte voor natuur creëren, waardoor we uiteindelijk kunnen ervaren hoe misplaatst dat rentmeesterschap is. Meer groen tussen de stenen, meer water in het land.
Voel je het nog niet, nadat je je verdiept hebt in de Groene Metropool? Stap in een krakkemikkig campertje, neem vooral je kinderen mee en ga buiten het hoogseizoen op reis door Schotland. Geef je over en voel je nietig.