Een tijdje terug was ik op bezoek bij Pension Almonde in Rotterdam. Dit was een initiatief van Stad in de Maak, een organisatie die zich erop toegelegd heeft om met commons of ‘meenten’ te experimenteren. Stad in de Maak beheert, vaak in samenwerking met woningbouwvereniging Havensteder, panden in krachtwijken. Stadsnomaden kunnen er goedkoop wonen, mits ze iets terugdoen voor de buurt.
Pension Almonde speelde zich af op een veel grotere schaal. Het betrof een volledige straat met sloopwoningen, waar geëxperimenteerd werd met het idee van commons. Het was een plek waar stadsnomaden terechtkonden.
Wat precies de definitie van stadsnomaden is, wordt bewust opengelaten. Het kunnen kunstenaars zijn, maar ook ex-gedetineerden, ex-psychiatrisch patiënten of pas gescheiden vaders. Stuk voor stuk mensen die via het huidige toewijzingssysteem niet aan een woning kunnen komen of niet vertegenwoordigd worden in de huidige stadsvernieuwing. Dit is natuurlijk een probleem dat niet alleen in Rotterdam speelt, maar overal in Nederland: de markt bepaalt wie in de stad mag wonen.
Pension Almonde had ook zijn eigen ‘markt’: kunstenaars. Het was makkelijk geweest om de beschikbare ruimte aan kunstenaars te geven, maar dat was nadrukkelijk niet de bedoeling. Het zou alsnog een monocultuur opleveren, een eiland zonder relaties met de stad. Pension Almonde koos ervoor om kunstenaars te mengen met pensionado’s, migranten, geboren en getogen Rotterdammers en vakantiegangers. Er kwamen gemeenschappelijke ruimtes en plekken waar laagdrempelige buurtinitiatieven een onderkomen kregen.
Luister naar de eerste podcast in de serie De Onzichtbare Stad, waarin ik Melle Smets interview, initiatiefnemer van Pension Almonde.
***