Vol overgave staat een jonge vrouw met haar ogen dicht te dansen op een steigertje langs het Oosterhamrikkanaal. Er is geen mens in de buurt. Ze beweegt soepel. Haar omgeving bestaat even niet, alleen de muziek in haar oren en de warmte van de zon op haar gezicht.
Een paar minuten later.
Een ambulance komt langzaam aanrijden, mindert vaart en stopt. Twee ambulancebroeders stappen uit en lopen behoedzaam op het meisje af. Ze heeft niets in de gaten, tot een van de mannen voorzichtig een hand op haar schouder legt. Ze schrikt.
De mannen hebben niet lang nodig om te constateren dat er niets aan de hand is. Het meisje is bijgekomen van de schrik, en lacht. Natuurlijk is er niets aan de hand. Toch moet ergens iemand gedacht hebben dat het een goed idee was om hier de hulpdiensten op af te sturen.
De mannen lopen terug. Het meisje glimlacht nog eens, schudt haar hoofd, doet haar oordopjes weer in en begint opnieuw te dansen. De ambulance rijdt verder, op naar het volgende spoedgeval.

Stadsflarden zijn korte stukken, steeds geïnspireerd of geïllustreerd door een foto van Peter de Kan. Het zijn ontmoetingen, observaties of gedachtenkronkels – onlosmakelijk verbonden met Groningen.