Joodse geschiedenis

Verstopt en vergeten

De voormalige jeugdsynagoge is meer dan een gebouw

Tekst:
Leestijd: .

De voormalige jeugdsynagoge in de Folkingedwarsstraat dreigt het lijdend voorwerp te worden in een discussie over de waarde van cultureel erfgoed. Voor de herontwikkeling van het pand zal een deel van het oorspronkelijke gebouw gesloopt worden – tenminste, dat is het plan. Wat is het verhaal van de jeugdsynagoge? En wat betekent het als die gedeeltelijke sloop daadwerkelijk plaats zou vinden?

Joods Groningen

Het gebied rondom de Folkingestraat, in het zuiden van de binnenstad, is lang hét Joodse deel van de stad Groningen. Dat begint voorzichtig, als halverwege de zestiende eeuw de eerste Joden zich in Groningen vestigen. Vanaf 1744 erkent de stad officieel de Joodse gemeenschap, en twaalf jaar later wordt de eerste synagoge aan de Folkingestraat gebouwd.

De omgeving van de Folkingestraat is in die tijd nog niet het aantrekkelijke stuk stad dat het nu is. Aan de noordkant, richting de Vismarkt, vind je grotere, rijkere panden. Maar aan de zuidelijke kant staan eenvoudige huisjes waar het vaak armoe troef is. Ertussen ligt een labyrint van smalle steegjes en gangen, meestal niet breder dan een halve meter.

In het midden van de negentiende eeuw telt de Joodse gemeenschap in Groningen meer dan 1500 mensen. Rond 1900 is dat aantal verdubbeld. De groei is in 1906 aanleiding voor de bouw van een nieuwe synagoge, ontworpen door architect Tjeerd Kuipers.

In 1939 begint in de Folkingedwarsstraat de bouw van een jeugdsynagoge of jeugdsjoel. Die komt achter het Joodse verpleeghuis Beth Zekenim te staan, dat een paar jaar eerder gebouwd is. Het vooraanstaande Groningse architectenbureau Kuiler en Drewes, dat daarvoor onder meer prominente bouwwerken als de Oosterkerk, de Puddingfabriek (die overigens Joodse eigenaars had), het pand van Kunstlievend Genootschap Pictura en tal van woningen en villa’s in de stad ontwierp, is verantwoordelijk voor beide gebouwen.

Still uit de reportage over de bouw van de jeugdsynagoge, gemaakt door M. Levie in 1939-1940 (Groninger Archieven)

De jeugdsynagoge heeft een bescheiden uiterlijk, met een voorgevel in twee kleuren baksteen. In die gevel zitten acht hoge en drie kleinere vensters met smalle gietijzeren kozijnen. Boven de metalen deur die naar de binnenplaats leidt, is een ronde bakstenen boog gemetseld. Niks spectaculairs, maar wel een zorgvuldig vormgegeven gebouw waarbij de rest van het straatje schril afsteekt. Aan de rechterkant van het pand zitten twee woningen vast, ze zijn mee-ontworpen met de synagoge. 

In de jeugdsynagoge zitten een gebedsruimte, een administratiekantoor en vier klaslokalen. Met het gebouw, dat plek biedt aan iets meer dan tweehonderd mensen, wil de Joodse gemeenschap jongeren ook in de toekomst betrokken houden. Eind maart 1940 wordt het pand feestelijk geopend. ‘Het complex (…) is een veredeling van dit stadskwartier’, schrijft het Nieuwsblad van het Noorden een dag na de opening.

Het administratiekantoor in de jeugdsynagoge, ca. 1975-1981 // Uit de collectie van Groninger Archieven

Ingangsportaal met zicht op de gebedsruimte, ca. 1975-1981 // Uit de collectie van Groninger Archieven

De oorlog dunt de Joodse gemeenschap uit

Anderhalve maand na de opening van de jeugdsynagoge begint voor Nederland de Tweede Wereldoorlog. In 1943 worden de meeste Groningse Joden gedeporteerd en sluiten de verschillende gebouwen van de gemeenschap hun deuren. Het betekent het einde van een belangrijk hoofdstuk in de geschiedenis van de binnenstad.

Na de oorlog keren weinig Joden terug naar de stad. Waar er voor de oorlog nog zo'n 3000 wonen, telt de gemeenschap in 1945 nog maar 239 leden. Dat is niet genoeg om de grote synagoge in de Folkingestraat te kunnen blijven gebruiken. Bovendien verkeert dat gebouw in slechte staat. Het wordt verkocht en doet vervolgens jarenlang dienst als wasserij.

De veel kleinere jeugdsynagoge wordt vanaf dat moment gebruikt als ‘gewone’ synagoge. Aan het aantal overgebleven leden van de gemeenschap biedt het gebouw genoeg ruimte, een situatie waarmee een paar jaar eerder niemand rekening had gehouden. 

De Joodse gemeenschap gebruikt de jeugdsynagoge tot 1981, het jaar waarin ze de gerenoveerde grote synagoge aan de Folkingestraat opnieuw betrekt. Met hulp van een rijkssubsidie wordt het pand aan de Folkingedwarsstraat verbouwd tot buurtcentrum. De gebedsruimte wordt een gymzaal, en er is plek voor verschillende maatschappelijke organisaties. Tot 2018 sporten in het gebouw verschillende verenigingen en fungeert het als repetitieruimte.

De gebedsruimte van de jeugdsynagoge, ingericht als zaal voor reguliere diensten, ca. 1975-1981 // Uit de collectie van Groninger Archieven

Kleed- en wasruimte naast de gebedsruimte, ca. 1975-1981 // Uit de collectie van Groninger Archieven

Omgekeerde wereld

Vastgoedondernemer Wijnand van Smeden hoort in 2018 dat de voormalige jeugdsynagoge, waar hij op dat moment zelf al decennia komt om te sporten, door de gemeente Groningen verkocht zal gaan worden. Vanuit zijn persoonlijke band met het gebouw besluit Van Smeden een poging te doen om het te kopen. Zijn intentie is om er opnieuw een sportschooltje van te maken.

In mei 2023 neemt Van Smeden het gebouw daadwerkelijk over, hij betaalt er drie ton voor. De door hem gewenste sportschool kan hij er alleen niet van maken. In het pand moeten appartementen komen, vindt de gemeente, die al een plan voor de verbouwing van de synagoge heeft klaarliggen. Het ontwerp is in 2016 als onderdeel van de manifestatie Wonen in Stadshart gemaakt door architectenbureau Henckel & Zahir.

Niet de ontwikkelaar stuurt aan op sloop, maar juist de gemeente – die toch eigenlijk het gebouw zou moeten beschermen

De appartementen, vier in getal, zijn bedoeld voor empty nesters, mensen waarvan de kinderen het huis uit zijn en die graag in de binnenstad willen wonen. In het plan is ook een binnentuin opgenomen, daarvoor moet een deel van het pand gesloopt worden. Van Smeden wil het graag anders doen, hij ziet en respecteert de cultuurhistorische waarde van het gebouw. Maar de gemeente verplicht hem tot op heden om vast te houden aan het bestaande ontwerp.

Volgens de cultuurhistorische waardenkaart is de voormalige jeugdsynagoge een object met een (zeer) hoge erfgoedwaarde. Het recente ontwerpbestemmingsplan Gebouwd Erfgoed Groningen geeft het karakteristieke pand een hoge beoordeling, het krijgt 11 van de 12 maximaal te behalen punten. 

Des te vreemder is de situatie waarin het gebouw zich nu bevindt, eentje waarbij niet de ontwikkelaar aanstuurt op sloop, maar juist de gemeente – die toch eigenlijk het gebouw zou moeten beschermen. Het lijkt een omgekeerde wereld.

De jeugdsynagoge met rechts de twee aansluitende woonhuizen, juni 2023 // Foto: GRAS

Uitgewiste geschiedenis

In de nok van de gymzaal, de voormalige gebedsruimte, zit een raam met een davidster. De plek waar zich de Heilige Ark met daarin de Thora-rollen bevond, in de oostelijke muur, herken je nog aan een nis, het lijkt op een klein podium. 

Het originele loket in de administratieve ruimte zit er nog, inclusief het houten meubel waarin documenten opgeslagen werden. In een voormalig lokaaltje hangt nog een origineel schoolbord uit de tijd dat de jeugdsynagoge gebouwd werd. Maar ook los van deze naar het Joodse geloof verwijzende elementen voel je de historie van dit gebouw als je er naar binnen stapt.

Er is in Groningen weinig dat nog herinnert aan het Joodse verleden van de stad. De Tweede Wereldoorlog hakte die geschiedenis abrupt in tweeën, waarna de Joodse gemeenschap nooit meer werd wat ze ooit was. De jeugdsynagoge was het laatste bouwwerk dat de gemeenschap in de stad neerzette. Het gebouw is niet alleen van esthetische of monumentale waarde, maar is vooral bijzonder vanwege zijn symbolische en cultuurhistorische betekenis. Het is een verhaal dat je niet zomaar uit zou mogen wissen – ook niet gedeeltelijk.

Hoe het ook zou kunnen

Ook zonder een deel van het gebouw te slopen, is herontwikkeling van de jeugdsynagoge mogelijk. Het plan van Henckel & Zahir is intussen alweer zeven jaar oud. In die tijd is de wereld er op allerlei vlakken anders uit gaan zien. Alleen al met het oog op duurzaamheid zou sloop niet de beste of meest voor de hand liggende keuze zijn – laat staan voor een pand met zulke hoge erfgoedwaarden.

Het ontwerp werd destijds bovendien niet per se gemaakt met het doel om het precies op die manier te realiseren. Als onderdeel van de manifestatie Wonen in Stadshart was het vooral bedoeld om de kansen van het pand te laten zien. En die zijn er volop, ook zonder gedeeltelijke sloop. Zo leent het pand, dat overigens bouwkundig in prima staat is, zich heel goed voor een mix van functies: wonen en werken, al dan niet aangevuld met semi-publieke voorzieningen.

Iets breder gekeken: ook verpleeghuis Beth Zekenim, dat al jaren commercieel verhuurd wordt, heeft meer potentie dan er op dit moment uitkomt. Dat geldt niet alleen voor het gebouw zelf, maar ook voor het pleintje aan de Schoolholm, waar de entree tot het oude verpleeghuis zit.

Hoe mooi zou het zijn als we gebouwen als deze de waarde toekennen die ze verdienen? Daarmee houden we de herinnering aan de grote Joodse gemeenschap van Groningen in ere. Beth Zekenim en de jeugdsynagoge lenen zich perfect voor bijzondere functies en woonvormen die écht een verrijking zijn voor de binnenstad.

Het plan van Henckel & Zahir biedt mooie aanknopingspunten. De architecten tekenden er lofts in, die ogen prachtig. Ook het idee van een gemeenschappelijk gastenverblijf is interessant, net als de ruimte voor een theehuis met herdenkingsplek. Maar voor een groene hof ligt een veel geschiktere plek letterlijk om de hoek: het kale, stenige plein voor het voormalige Beth Zekenim.

Wellicht zou het goed zijn als alle partijen snel eens om tafel gaan. Want door iets breder te kijken, kan het plan alleen maar beter worden. Voor de stad, voor de toekomstige bewoners, maar ook als herinnering aan deze waardevolle en ietwat beladen plek.