Wederzien – Wederopbouw in Noord-Nederland
In het in november 2020 verschenen Wederzien portretteert Jaap Krol vijftig gebouwen uit de wederopbouwperiode. Gebouwen die in hun alledaagsheid niet echt opvallen. Reden om deze huizen, flatjes, fabrieken en loodsen voor het voetlicht te brengen. GRAS publiceert twee verhalen uit Wederzien.
Groningen, Werumeus Buningstraat

Foto: Jaap Krol
Deze winkelstrip uit 1960 is een van de drie winkelcentra in de Groningse wijk De Wijert. De Wijert is een mooi voorbeeld van de zogeheten wijkgedachte, een naoorlogse stadstheorie waarin de decentralisatie van de stad centraal staat. In deze filosofie bestaat een wijk eigenlijk uit een reeks buurten, die het geheel een dorps karakter moeten geven. De decentralisatie heeft als kenmerk dat alle sociale en commerciële voorzieningen op loopafstand zijn, dus zowel kerk, kroeg, winkel als sporthal.
In het lijvige fotoboek Groningen in vogelvlucht (1980) staat niettemin nogal zouteloos: ‘Er is een soort centrum gevormd met o.a. een winkelcentrum en een wandelpark met vijvers’.
Een soort centrum? Een wandeling door De Wijert is nog altijd een schitterend blok om. Levende visie. Moderne kerken domineren de hoeken van de straten, het park is nabij en de structuur van de winkelcentra – altijd op de begane grond van een flat – is vrijwel onaangetast. Je stapt een wereld binnen waar moderniteit, diversiteit en kleinschaligheid niets van hun sprankelende nieuwigheid hebben verloren.
Wikipedia vertelt mij dat deze verscheidenheid te danken is aan het feit dat er nog geen supermarkten waren toen de wijk werd gebouwd. Gevolg was dus dat het voorzieningenniveau ongekend hoog moet zijn geweest. Het is ook niet moeilijk voor te stellen hoe dit bescheiden winkelcentrum van vijf panden ooit werd bevolkt door bijvoorbeeld een bakker, een modezaak, een slager, een kruidenier en een stoffenhandel. Nu zitten er een helpwinkel, een pizzeria, de onvermijdelijke kapper, een Chinees-Indisch restaurant en een winkel voor bladmuziek aan het pleintje.
Mijn aandacht gaat eigenlijk vooral uit naar het Chinees-Indische restaurant Hong Xin, omdat dergelijke restaurants zo mooi passen in de wederopbouwperiode. Dat is pure romantiek en ook valse romantiek, maar ik kan er ook niets aan doen dat De Wijert nog zo mooi intact is. Het is net alsof de ietwat verscholen ligging heeft bijgedragen aan het behoud. Qua aangezicht en sfeer kun je hier spreken van stedenbouwkundige mummificatie – een gebalsemde winkelstrip tussen de ommurende portiekflats.
In 1960 had de provincie Groningen vijf Chinees-Indische restaurants en in 1970 al zestien. Friesland (4 respectievelijk 10) en Drenthe (3 respectievelijk 7) volgden in die tijd op enige afstand. Zoiets gebeurt. Zowel in 1960 als 1970 was de spreiding in Noord-Nederland 5% van het totaal, waarmee het hele Noorden op enige afstand volgde. Zoiets gebeurt ook, maar voor de inhoud van de menukaart zal dat niets uit hebben gemaakt.
Harendermolen, Rijksstraatweg

Foto: Jaap Krol
De vele villa’s die in de loop der eeuwen langs de Rijksstraatweg tussen Groningen en Glimmen zijn gebouwd – brandpunt: Harendermolen – heten bijvoorbeeld ‘Hooge Esch’, ’t Klaverblad’, ‘Voorhout’ of ‘Klein Zwitserland’. Over sommige witgeblakerde forten heb je natuurlijk wel een mening, maar verder is het prachtig. Fraai, zoals het zo lommerrijk heet. Het uitgestorte grind vormt mooie oprijlanen en de riante tuinpartijen bestaan uit rijk geschakeerde bosschages of kortgeknipte meren van gras.
En dan is er dit: een huisje aan de Rijksstraatweg, waar buslijn 50 van Assen naar Groningen één keer per uur stopt. Je moet je hand opsteken om mee te kunnen, anders blijf je staan. Bouwjaar, waarschijnlijk: 1950.
Het volslanke wachthuisje is zo’n zeldzaamheid, dat het moeite kost er een goede foto van te maken. Maar liefst 24 afbeeldingen staan er op mijn digitale schijf. Dat zijn 24 versies van niks meer dan een in onverwoestbaar beton gegoten raamwerkje, ook wel een betonno genaamd. Je kunt nog zo je best doen er iets speciaals van te maken, maar het is toch echt niets meer dan dit.
De Rijksstraatweg ligt op de Hondsrug, een duizendjarige route van het Drents Plateau naar de Groninger klei. Het bushokje maakt aldus deel uit van een lange traditie van reizen, verplaatsen en transitie. We hebben het hier niet over generaties, maar over landen, volkeren en hun mondelinge en schriftelijke culturen. Vroege landbouwers, monniken, militairen, handelsreizigers, werklui en scholieren; alles passeerde de latere Rijksstraatweg, ter hoogte van het huidige nummer 3.
Nu zoeft er in de zinderende julihitte een hagelwitte Saab cabriolet geluidloos voorbij. Dit is het land van de cabrio’s, Volvo’s, Audi’s en boodschappen-Lupo’s. De achterbuurman komt eens polshoogte nemen van mijn fotodrift en zegt dat dit hokje een echt monument is. Terecht. Hij vertelt ook over de hangjongeren, die zwierend aan de nok geregeld het glas braken. Maar intussen is dat glas net zo sterk als het beton, zodat de hangjongeren nu geregeld hun poten breken als ze dit fraaie afdakje willen molesteren.
Ook dat is terecht. Wie de millennia in zijn genen draagt, weet wat het is om overeind te blijven. Je moet niet spotten met de geschiedenis, ook als die maar onbeduidend lijkt.

Wederzien verscheen in november 2020 bij uitgeverij Wijdemeer. Bestel het boek hier.